Het spoor en de planning
In deze fase van een MIRT-verkenning onderzoeken we alle opties (soms opnieuw). Aan het einde van de MIRT-verkenning komt er een voorkeursbeslissing. Pas dan is duidelijk waar het spoor langs gaat lopen en welke stations er komen.
In de vorige fase - die van de MIRT-verkenning - is een eerste onderzoek gedaan naar waar het spoor langs zou kunnen lopen. In het document van het onderzoek staat een tracé getekend. Het is het tracé dat het meest bijdraagt aan sociaal-economische verbeteringen. Het loopt waar mogelijk langs bestaande infrastructuur, zodat extra doorsnijdingen van het landschap zoveel mogelijk beperkt blijven. MAAR: Dat tracé is bedoeld om mee te rekenen en te tekenen. Het betekent niet dat het ook daadwerkelijk dit tracé gaat worden, dat is iets wat in de fase van een MIRT-verkenning wordt onderzocht.
Er zijn al veel bestaande stations (tot Veendam en vanaf Emmen). Het is nog niet bekend welke stations er tussen Veendam en Emmen komen en waar die precies komen.
Het is de bedoeling dat het project Veendam – Stadskanaal integraal onderdeel gaat uitmaken van het project Nedersaksenlijn. Daarover lopen gesprekken.
De planning van een omvangrijk project als de Nedersaksenlijn is omgeven door veel onzekerheden. Tijdens het verkennings- en planningstraject worden er stappen gezet en kunnen zaken naar voren komen die de planning sterk kunnen beïnvloeden. We schatten in dat de verkennings-, plan-, besluitvormings- en uitvoeringsfase minimaal 10-15 jaar in beslag neemt.
Als ProRail spoor in Nederland aanlegt, dan is het in Nederland gebruikelijk en standaard dat het geschikt is voor personentreinen én goederentreinen. Dus ja, er is een kans dat het hiervoor gebruikt wordt. Het is op dit moment nog niet bekend of er ook daadwerkelijk goederentreinen gaan rijden op dit tracé of - als dat wel het geval is - welke goederen dan vervoerd zouden gaan worden.
