Algemeen
De Nedersaksenlijn is een toekomstige treinverbinding tussen Groningen en Twente. Een deel van het spoor ligt er al en heeft misschien aanpassingen nodig, een deel (tussen Veendam en Stadskanaal) moet nog aangelegd worden. Ook zijn er werkzaamheden nodig op en rondom de al bestaande stations. De Nedersaksenlijn verbindt uiteindelijk 1,3 miljoen mensen met elkaar én met 650.000 banen, heel veel meer onderwijsmogelijkheden en een betere bereikbaarheid van zorg.
Door De Nedersaksenlijn krijgt een gebied dat nu slecht bereikbaar is met openbaar vervoer een veel betere bereikbaarheid en komt zo ‘dichterbij’ onderwijs, banen en zorg te liggen.
Meer uitleg en informatie over waarom de Nedersaksenlijn nodig is.
De verschillende overheden (landelijk, provinciaal en gemeentelijk) werken samen aan de mogelijke komst van De Nedersaksenlijn. Dat doen ze vanuit het project Nedersaksenlijn, met de website www.denedersaksenlijn.nl.
De Stichting Nedersaksenlijn is eigenaar van de website www.nedersaksenlijn.nl. De Stichting heeft een eigen bestuur en is eigenlijk het begin geweest van de gesprekken over een Nedersaksenlijn. De Stichting Nedersaksenlijn is oorspronkelijk opgericht door een aantal ondernemers uit Ter Apel, onder aanvoering van Melle Mulder. Toen zijn dochter vijftien was en op zoek ging naar een vervolgopleiding, bleek dat ze daarvoor per bus meer dan drie uur reistijd op een dag kwijt was. Dat moest anders worden, vonden ook collega’s van ondernemer Melle Mulder. De Stichting Nedersaksenlijn werd opgericht. Er ontstond een team dat met een brede basis in de regio zich met passie inzet en hard maakt voor de komst van de Nedersaksenlijn. Onder het motto ‘De Nedersaksenlijn verbindt!’
Alle spoorprojecten (en ook andere projecten op het gebied van infrastructuur) in Nederland werken volgens de MIRT, het Meerjaren Investeringsprogramma Ruimte en Transport) van het Rijk. De MIRT kent een aantal vaste stappen. Tot voor kort zat de Nedersaksenlijn in de fase van een MIRT-onderzoek. Nu is de volgende fase aangebroken, die van een MIRT-verkenning. Zo wordt onderzocht welke varianten allemaal mogelijk zijn en de beste oplossingen zijn voor de uitdagingen die de spoorlijn moet aanpakken. Ook participatie is een belangrijk onderdeel van deze fase.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat neemt een startbeslissing voor de MIRT-verkenning, dus voor de volgende fase richting de aanleg van de Nedersaksenlijn. De staatssecretaris neemt dat besluit op basis van een startdocument, waarin staat wat er onderzocht gaat worden. De uiteindelijke uitkomst van deze fase van een MIRT-verkenning is een voorkeursbeslissing over al dan niet een vervolg voor de Nedersaksenlijn. Daarna volgt de nadere uitwerking in de plannings- en studiefase. Deze fase eindigt met een projectbeslissing, waarna bij een positief besluit de aanleg plaats kan vinden.
Naast dat er op spoorgebied veel gebeurt, gebeurt ook om dat spoor heen veel. Daar is de regio voor verantwoordelijk, in samenwerking met de ministeries van VRO, EZ en BZK. Het startdocument voor de gebiedsontwikkeling is nog niet klaar, dat volgt later dit jaar.