Vraag en antwoord
Heb je een vraag over de Nedersaksenlijn? Misschien staat jouw vraag en het antwoord erop hieronder. Is dat niet het geval? Stuur dan jouw vraag naar nsl@drenthe.nl. We reageren dan zo snel mogelijk.
Algemeen
De Nedersaksenlijn is een treinverbinding tussen Groningen en Twente. Een deel van het spoor ligt er al en heeft misschien aanpassingen nodig, een deel (tussen Veendam en Emmen) moet nog aangelegd worden.
Door De Nedersaksenlijn krijgt een gebied dat nu beperkt bereikbaar is met openbaar vervoer een veel betere bereikbaarheid en komt zo ‘dichterbij’ onderwijs, banen en zorg te liggen. Met de aanleg van de Nedersaksenlijn kunnen aantrekkelijke en goed bereikbare stations(gebieden) worden gerealiseerd. Het doel is het stimuleren van de economie, leefbaarheid, mobiliteit en ruimtelijke kwaliteit langs het tracé en in de regio. Zo versterken we de brede welvaart.
Meer uitleg en informatie over waarom de Nedersaksenlijn nodig is.
De verschillende overheden (landelijk, provinciaal en gemeentelijk) werken samen aan de mogelijke komst van De Nedersaksenlijn. Dat doen ze vanuit het project Nedersaksenlijn, met de website www.denedersaksenlijn.nl.
De Stichting Nedersaksenlijn is eigenaar van de website www.nedersaksenlijn.nl. De Stichting heeft een eigen bestuur en is eigenlijk het begin geweest van de gesprekken over een Nedersaksenlijn. De Stichting Nedersaksenlijn is oorspronkelijk opgericht door een aantal ondernemers uit Ter Apel, onder aanvoering van Melle Mulder. Toen zijn dochter vijftien was en op zoek ging naar een vervolgopleiding, bleek dat ze daarvoor per bus meer dan drie uur reistijd op een dag kwijt was. Dat moest anders worden, vonden ook collega’s van ondernemer Melle Mulder. De Stichting Nedersaksenlijn werd opgericht. Er ontstond een team dat met een brede basis in de regio zich met passie inzet en hard maakt voor de komst van de Nedersaksenlijn. Onder het motto ‘De Nedersaksenlijn verbindt!’
De aanleg van nieuw treinspoor (en ook andere projecten op het gebied van infrastructuur) in Nederland werkt volgens de MIRT, het Meerjaren Investeringsprogramma Ruimte en Transport) van het Rijk. De MIRT kent een aantal vaste stappen. Tot 2025 zat de Nedersaksenlijn in de eerste fase van het MIRT, die van een MIRT-onderzoek.Op 6 oktober 2025 nam de staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de startbeslissing voor de volgende fase, die van een MIRT-verkenning. In deze verkenningsfase wordt onderzocht welke varianten allemaal mogelijk zijn en de beste oplossingen zijn voor het doel van het project: het verbeteren van de brede welvaart. Ook participatie is een belangrijk onderdeel van deze fase. De fase van een MIRT-verkenning duurt ongeveer drie jaar en eindigt eind 2028 met een voorkeursbeslissing. Daarna volgen een MIRT-planningsfase en de realisatiefase.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat neemt een startbeslissing voor de MIRT-verkenning, dus voor de volgende fase richting de aanleg van de Nedersaksenlijn. De staatssecretaris neemt dat besluit op basis van een startdocument, waarin staat wat er onderzocht gaat worden. De uiteindelijke uitkomst van deze fase van een MIRT-verkenning is een voorkeursbeslissing over al dan niet een vervolg voor de Nedersaksenlijn. Als dat besluit positief is, dan betekent dat dat er ook een voorkeurstracé vastgesteld wordt, waarbij aan de gestelde doelen (brede welvaart, financiering, etc.) wordt voldaan.
Het spoor en de planning
In deze fase van een MIRT-verkenning onderzoeken we alle opties (soms opnieuw). Aan het einde van de MIRT-verkenning komt er een voorkeursbeslissing. Pas dan is duidelijk waar het spoor langs gaat lopen en welke stations er komen.
In de vorige fase - die van het MIRT-onderzoek - is een eerste onderzoek gedaan naar waar het spoor langs zou kunnen lopen. In het document van het onderzoek staat een tracé getekend. Het is het tracé dat het meest bijdraagt aan sociaal-economische verbeteringen. Het loopt waar mogelijk langs bestaande infrastructuur, zodat extra doorsnijdingen van het landschap zoveel mogelijk beperkt blijven. MAAR: Dat tracé is bedoeld om mee te rekenen en te tekenen en de kosten van de spooraanleg te kunnen berekenen. Het betekent niet dat het ook daadwerkelijk dit tracé gaat worden, dat is iets wat in de fase van een MIRT-verkenning wordt onderzocht.
Er zijn al veel bestaande stations (tot Veendam en vanaf Emmen). Het is nog niet bekend welke stations er tussen Veendam en Emmen komen en waar die precies komen.
De planning van een omvangrijk project als de Nedersaksenlijn is omgeven door veel onzekerheden. Tijdens het verkennings- en planningstraject worden er stappen gezet en kunnen zaken naar voren komen die de planning sterk kunnen beïnvloeden. We schatten in dat de verkennings-, plan-, en uitvoeringsfase minimaal 10-15 jaar in beslag neemt.
Als ProRail spoor in Nederland aanlegt, dan is het in Nederland gebruikelijk en standaard dat het geschikt is voor personentreinen én goederentreinen. Dus ja, er is een kans dat het hiervoor gebruikt wordt. Het is op dit moment nog niet bekend of er ook daadwerkelijk goederentreinen gaan rijden op dit tracé of - als dat wel het geval is - welke goederen dan vervoerd zouden gaan worden.
Het project
De kosten van de aanleg van het spoor zijn geraamd op circa 2,1 miljard euro. Wat de kosten en opbrengsten zijn aan de zijde van de gebiedsontwikkelingen weten we op dit moment nog niet. Het een en ander hangt ook af van de plannen die er ontwikkeld gaan worden.
Het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat is verantwoordelijk voor de aanleg van spoor en stations. ProRail voert dat in opdracht van het ministerie uit.
De regio is samen met andere ministeries aan zet voor de gebiedsontwikkeling. De kosten voor de gebiedsontwikkeling worden grotendeels gedragen door de regio.
Het Rijk betaalt de kosten voor de aanleg van de spoorlijn, waarbij de regio heeft aangeboden €50 miljoen te willen bijdragen. Het bedrag dat beschikbaar was vanuit de Provincie Groningen voor de verbinding tussen Veendam en Stadskanaal gaat - als de Provincie Groningen daarin december 2025 een besluit over neemt - over naar de Nedersaksenlijn. De regio steekt gezamenlijk €5 miljoen in de Verkenning Gebiedsontwikkeling.
Betrokkenheid inwoners en omgeving
Via deze website en soms ook via de websites en andere kanalen van de betrokken overheden informeren we inwoners over De Nedersaksenlijn.
Een van de belangrijkste onderdelen van een MIRT-verkenning is het zorgen voor goede participatie voor alle betrokkenen bij de Nedersaksenlijn. Juist alle informatie over wat u als inwoner belangrijk vindt, is van belang voor het maken van goede afwegingen. Tijdens de verkenningsfase is er dan ook regelmatig gelegenheid om uw mening, ideeën of zorgen bij ons aan te geven. Dat kan op een informele manier (bijvoorbeeld tijdens inloopavonden of gewoon een telefoongesprek) of op formele manieren (bijvoorbeeld door het indienen van een zienswijze).
We verwachten dat we in januari 2026 starten met dit participatieproces. We stellen een participatieplan op voor de hele MIRT-verkenning Nedersaksenlijn en voor de Verkenning Gebiedsontwikkeling. Die wordt gedeeld met een Kennisgeving Participatie. Dat is dan voor inwoners het moment waarop de daadwerkelijke participatie start.
Heeft u in de tussentijd vragen? Stuur dan een berichtje naar nsl@drenthe.nl en dan nemen we zo snel mogelijk contact met u op.
We spreken veel mensen die vanuit maatschappelijke organisaties nadenken over de toekomst en over De Nedersaksenlijn. Bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, zorg, economie (en bedrijven) en toerisme. Bent u betrokken bij zo’n organisatie en wilt u ook meepraten? Stuur een mail naar nsl@drenthe.nl en we nemen zo snel mogelijk contact met u op.
Uiteraard is ook voor maatschappelijke organisaties mogelijk om formeel te reageren op de Kennisgeving Participatie die in januari 2026 gepubliceerd wordt. Zie hiervoor ook de vraag en het antwoord bij 'Hoe worden inwoners betrokken bij De Nedersaksenlijn?
Als u vragen heeft, kunt u een mail sturen naar nsl@drenthe.nl. Wilt u liever bellen? Neem dan contact op via (0592) 36 55 55 en vraag naar de omgevingsmanager van De Nedersaksenlijn.
