Planning
De verschillende fasen
Wat willen we oplossen, hoe gaan we dat doen en wat is daarvoor nodig? Dat is wat de overheden (landelijk, provinciaal en gemeentelijk) samen onderzoeken via het MIRT: Meerjaren Investeringsprogramma Ruimte en Transport.
Een MIRT-proces bestaat uit vier stappen:
1. MIRT-onderzoek
2. MIRT-verkenning
3. MIRT-planuitwerking
4. Realisatie
Na iedere fase is er een beslismoment of het plan doorgaat naar de volgende fase.
Waar zijn we nu?
Voor de Nedersaksenlijn is de fase van het MIRT-onderzoek afgerond in november 2024.
Bekijk de eindrapporten van het MIRT-onderzoek
Bij de onderhandelingen over de Voorjaarsnota in 2025, stelden de coalitiepartners geld beschikbaar voor de Nedersaksenlijn. De Tweede en Eerste Kamer stemden daar vlak voor de zomer van 2025 mee in. Dat betekent dat De Nedersaksenlijn is doorgegaan naar de volgende fase: die van een MIRT-verkenning.
MIRT-verkenning en Verkenning Gebiedsontwikkeling
We zitten nu dus in de fase van een MIRT-verkenning. Voor deze fase is het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan zet. Zij hebben ProRail opdracht gegeven om de MIRT-verkenning uit te voeren. Dat doen ze natuurlijk in nauwe samenwerking met provincies en gemeenten en waterschappen langs de lijn. Deze fase duurt drie jaar (tot en met 2028). Het eindresultaat van deze fase is een voorkeursbeslissing. De staatssecretaris neemt dat besluit.
Ook gaat de Verkenning Gebiedsontwikkeling van start. Een van de doelen van de Nedersaksenlijn is dat de regio rondom de lijn op veel terreinen welvarende wordt. Daarom gebeurt er ook in een breder gebied rondom de stations de komende jaren veel op het gebied van bijvoorbeeld wonen, onderwijs, economie en zorg. Ook daarvoor wordt de komende drie jaar een toekomstperspectief gemaakt. Dat traject wordt getrokken door de provincies en gemeenten, samen met ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening, Binnenlandse Zaken (Herstel Groningen) en Economische Zaken. Dit proces noemen we de Verkenning Gebiedsontwikkeling.
Participatie
Inspraak en participatie zijn een belangrijk onderdeel van de MIRT-verkenning.